Over ons COC
COC Groningen en Drenthe zet zich actief in voor een diverse en inclusieve samenleving. We verbinden de regenboogbeweging en komen op voor emancipatie, acceptatie en gelijke rechten voor alle lhbti+ personen.
In Groningen werd het COC in 1949 opgericht. Daarmee hebben we in 2024 vijfenzeventig jaar ervaring met lhbti+-emancipatie! Dat vieren we met Roze Zaterdag in Groningen een heel Queer Year vol activiteiten.
De Vereniging COC Groningen & Drenthe bestaat in zijn huidige vorm sinds 2000 en is lid van de landelijke Vereniging COC Nederland. Net als de Vereniging COC Nederland streven we naar een diverse en inclusieve samenleving die werk maakt van gelijkheid en emancipatie, zodat mensen volledig kunnen participeren en zich tot hun volle potentieel kunnen ontwikkelen, ongeacht hun seksuele oriëntatie, genderidentiteit of -expressie en/of geslachtskenmerken.
Sinds 2001 geeft COC Groningen & Drenthe voorlichting aan het middelbaar onderwijs. Daarbij beantwoorden onze vrijwilligers jaarlijks de vragen van honderden leerlingen rondom seksuele diversiteit. Het COC bereikt met haar werkgroepen een grote verscheidenheid aan doelgroepen, van transgender jongeren tot regenboogouderen, en van mensen met een beperking tot lhbti+-migranten.
Het bestuur onderhoudt contact met gemeenten en andere belangenorganisaties in de Noordelijke provincies. We denken bijvoorbeeld mee over jongeren- en ouderenbeleid, over veiligheid, en hoe de tolerantie ten opzichte van de lhbti+-gemeenschap te bevorderen. Op landelijk niveau dragen wij ons steentje bij, met onze aanwezigheid op diverse events, trainingen en vergaderingen.
Dit is wat we doen:
Ontmoeting
We organiseren maandelijkse ontmoetingsactiviteiten voor lhbti+ personen.. Zo zijn er jongerengroepen tot 18 en tot 30 jaar, de Roze Salon voor 50+’ers, Zonder Stempel voor lhbti+’ers met een verstandelijke beperking, AutiRoze voor lhbti+’ers met autisme en/of ADHD, en bijeenkomsten voor asielzoekers en migranten. Verder is er eenmaal per maand een mannenfilmavond.
Samen met jou in actie
Samen werken we aan verandering. Met lhbti+ personen en bondgenoten. Met iedereen die gelooft in een wereld waar je kunt zijn wie je bent en kunt houden van wie je wilt, ongeacht seksuele voorkeur, genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken. De één doet dat op de achtergrond, de ander doet dat in de frontlinie van het acceptatieproces. Zulke voorvechters noemen we frontliners. Een lesbische scholier die op haar school met onze steun een Gender & Sexuality Alliance (GSA) opzet, bijvoorbeeld. Of een homoseksuele asielzoeker, die wij helpen bij het bespreekbaar maken van homoseksualiteit binnen zijn AZC.
Zonder jouw hulp is er geen COC. Met jouw activisme en donaties bereiken we meer emancipatie, sociale acceptatie en gelijke rechten. We hebben je dus hard nodig – of je nou bijdraagt met tijd, kennis of geld.
Geschiedenis van het COC
COC Nederland is de oudste nog bestaande lhbti+-belangenorganisatie ter wereld. We zijn ontstaan als kleine lezerskring van een tijdschrift in 1946. Inmiddels zijn we een sterke, internationaal actieve belangenorganisatie met duizenden leden, honderden vrijwilligers, twintig regionale verenigingen en een eigen kantoor.
Op 7 december 1946 ontstaat het COC in Amsterdam onder de naam Shakespeareclub. De organisatie komt voort uit de lezerskring van het tijdschrift Levensrecht. Dit blad voor homoseksuelen verscheen sinds maart 1940, maar ging door de Tweede Wereldoorlog al snel ondergronds. In 1949 wordt de Shakespeareclub omgedoopt tot het Cultuur- en Ontspannings Centrum: het C.O.C. Niek Engelschman wordt onder het pseudoniem Bob Angelo de eerste voorzitter. (Lees hier meer over Bob Angelo, het Bob Angelo Fonds en de Bob Angelo Penning)
In de eerste decennia van ons bestaan richten we ons op het organiseren van opvang en sociale activiteiten voor lesbische, homoseksuele en biseksuele mensen. Na Amsterdam ontstaan er COC’s in onder meer Groningen (1949), Den Haag, Rotterdam en Utrecht. We zetten ons samen met anderen in voor de afschaffing van het discriminerende artikel 248-bis van het Wetboek van Strafrecht. Dat artikel stelde dat homoseksuele contacten met mensen tussen 16 en 21 jaar strafbaar was, terwijl heteroseksueel contact al vanaf 16 jaar was toegestaan. Ook zet het COC zich in voor officiële erkenning (‘koninklijke goedkeuring’) van de eigen organisatie, waartegen de autoriteiten zich lang verzetten. Artikel 248-bis werd in 1971 afgeschaft en de officiële erkenning van het COC volgde in 1973. In de jaren zeventig bereikt het COC dat homoseksuelen niet langer automatisch wegens ‘geestelijke instabiliteit’ (ofwel: S5) worden afgekeurd voor de dienstplicht. Al sinds de eerste jaren van haar bestaan maakt het COC zich ook sterk voor de positie van de regenbooggemeenschap in andere landen.
In het begin varen we een voorzichtige koers; homoseksualiteit is nog een groot maatschappelijk taboe. Kenmerkend is dat de organisatie (Shakespeareclub) en de eerste voorzitter (Bob Angelo) opereren onder een schuilnaam. Dat verandert wanneer Benno Premsela voorzitter wordt (van 1962 tot 1971). Hij treedt als eerste openlijk homoseksuele activist naar buiten op de Nederlandse televisie. De maatschappelijke opvattingen over (homo)seksualiteit beginnen te veranderen: waar in 1968 nog meer dan 35 procent van de Nederlandse bevolking uitgesproken negatief staat tegenover homoseksuelen, is dat tegenwoordig minder dan 10 procent.
In de jaren tachtig en negentig van de twintigste eeuw richt het COC zich met name op de bestrijding van de hiv/aidsepidemie en de totstandkoming van anti-discriminatiewetgeving. Wanneer aids in de jaren tachtig ongenadig toeslaat onder homoseksuele mannen, accepteert de Nederlandse overheid het COC als gesprekspartner namens de homogemeenschap. Er komen gerichte preventiecampagnes en specifieke hulpverlening. Het pleidooi van het COC en andere organisaties voor betere anti-discriminatiewetgeving resulteert in de Algemene wet gelijke behandeling (1994), die onder meer discriminatie op grond van homoseksuele gerichtheid verbiedt. Waar het COC aanvankelijk pleit voor het geheel afschaffen van het burgerlijk huwelijk (de organisatie wil een geïndividualiseerd relatiemodel), schaart men zich in 1995 achter het pleidooi van mensen als Kees Waaldijk, Henk Krol en Jan-Wolter Wabeke voor openstelling van het huwelijk voor paren van gelijk geslacht. Openstelling van het huwelijk volgde op 1 april 2001, en vanaf dit moment mag iedereen die van elkaar houdt met elkaar trouwen.
Vanaf de eerste jaren van de 21e eeuw maakt het COC zich sterk voor een derde fase in de lhbti+ emancipatie. Na het einde aan de laatste vormen van strafbaarstelling (artikel 248-bis, eerste fase) en het grotendeels bereiken van gelijke rechten (openstelling van het huwelijk, tweede fase), pleit het COC voor het nastreven van sociale acceptatie (derde fase). De non-discriminatie normen die in de wet zijn verankerd, moeten nu ook terug te zien zijn in de maatschappij. Voorlopig hoogtepunt is dat voorlichting over lhbti+ personen, na een jarenlang pleidooi van het COC, sinds 2012 verplicht is op elke school in Nederland. Ook ontwikkelt de regering op aandringen van het COC een sterker lhbti+ emancipatiebeleid.
Het COC blijft pleiten voor gelijke rechten. Dat leidt onder meer tot de mogelijkheid voor stellen van gelijk geslacht om een buitenlands kind te adopteren (2009), tot een betere rechtspositie voor lesbische ouders en hun kinderen (2014), tot een vereenvoudigde procedure voor trans personen om hun officiële geslachtsregistratie te wijzigen en tot een verbod op discriminatie om genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken (2019) . Ook kwam er een wettelijk verbod op het aannemen van ‘weigerambtenaren’ en religieuze scholen mogen geen leerlingen en docenten meer wegsturen wegens hun seksuele identiteit. Met Expreszo kent het COC bovendien sinds 1995 een zelfstandig opererend lhbti+ jongerenplatform.
Waar we ons al langer inzetten voor trans personen, wordt in 2012 ook officieel in onze doelstelling vastgelegd dat we opkomen tegen discriminatie om genderidentiteit en -expressie. We zijn daarnaast nauw gaan samenwerken met de intersekse beweging; in 2017 wordt in onze doelstellingen vastgelegd dat we ons inzetten tegen discriminatie wegens geslachtskenmerken. Samen zetten we ons in tegen discriminatie en vooroordelen over het hokje waarin mensen zouden moeten passen op grond van hun geboortegeslacht, op wie ze verliefd worden, hoe ze zich horen te gedragen en wat voor een lichaam ze zouden moeten hebben.
Om effect en bereik van ons werk te vergroten, werken we samen met tal van maatschappelijke organisaties. Zo zetten we ons in voor 50-plussers met ouderenbond ANBO, voor gezondheidszorg zonder vooroordelen met Women Inc. en met Pan African ILGA and ILGA Asia voor mensenrechten van lhbti+ personen in Afrika en Azië. Ook werken we nauw samen met Transgender Netwerk Nederland (TNN), de Nederlandse organisatie voor seksediversiteit (NNID) en Bi+ Nederland.
COC Nederland is sinds 2011 gevestigd aan de Nieuwe Herengracht in Amsterdam en beschikt over een professionele organisatie van zo’n dertig personen.
Voor meer informatie over de geschiedenis van het COC, zie bijvoorbeeld: Rob Tielman, Homoseksualiteit in Nederland (Uitgeverij Boom, Meppel, 1982); Gert Hekma, Homoseksualiteit in Nederland van 1730 tot de moderne tijd (Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam, 2004); Pieter Koenders en Hans Warmerdam, Cultuur en Ontspanning – Het COC 1946-1966 (Publicatiereeks Homostudies, Utrecht, 1987); of raadpleeg het Internationaal Homo/Lesbisch Informatiecentrum en Archief, IHLIA.
Voor meer informatie over ons lokale COC Groningen en Drenthe, zie: Floor Bremer, Pronkjewail in roze raand. Vijftig jaar COC in Groningen (Geschiedeniswinkel RUG, Groningen 1999).
Waarom wij nog steeds nodig zijn
Veel lhbti+ personen hebben in Nederland gelukkig een goed leven Ons land stelde bijvoorbeeld als eerste ter wereld het huwelijk open voor stellen van hetzelfde geslacht. Eigenlijk zouden we liever hebben dat ons werk niet meer nodig is. Maar er is nog veel te doen op het gebied van acceptatie en gelijke rechten. Dat geldt zeker voor de vele landen in de wereld waar de mensenrechten van lhbti+ personen niet tot nauwelijks bestaan.
Wist je dat?
- Zeven van de tien lhbti+ personen in Nederland nog steeds te maken krijgen met fysiek of verbaal geweld om wie ze zijn?
- Lesbische, homo- en bi+ jongeren tot drie keer vaker gepest worden dan jongeren die niet lhb+ zijn?
- Lesbische, homo- en biseksuele jongeren bijna vijf keer vaker een zelfmoordpoging doen dan heterojongeren en dat die cijfers onder trans personen nog hoger liggen?
- De helft van de Turkse en Marokkaanse-Nederlandse mensen en 58 procent van de orthodox protestantse Nederlanders homoseksualiteit (bijna) altijd verkeerd vindt?
- Er volgens de wet geen hogere straf hoeft te worden opgelegd bij discriminerend geweld en dat zogenaamde ‘lhbti+ genezing’ in Nederland niet strafbaar is?
- Veel meer Nederlanders het aanstootgevend vinden als twee mannen of twee vrouwen elkaar in het openbaar zoenen dan wanneer het gaat om een heteropaar?
- In oudereninstellingen pesterijen plaats vinden tegen lhbti+ personen en ze daardoor soms zelfs terug de kast in gaan?
- Veel transgender personen op de arbeidsmarkt te maken krijgen met discriminatie en de wachttijden voor transgenderzorg extreem lang zijn?
- Intersekse kinderen te maken krijgen met niet-noodzakelijke medische behandelingen zonder hun toestemming, om hun geslachtskenmerken maar in overeenstemming te brengen met het maatschappelijke beeld van man en vrouw?
- Lhbti+ personen strafbaar zijn in bijna 70 landen, en er in circa 10 (delen van) landen zelfs de doodstraf op staat?
Gelukkig hebben we samen ook veel bereikt.
Bijvoorbeeld:
- Het aandeel van de Nederlandse bevolking dat uitgesproken negatief denkt over lesbische, homoseksuele en bi+ personen liep terug van 36% in 1968 naar 7% in 2023
- Discriminatie op grond van homoseksualiteit is sinds 1994 bij wet verboden; sinds 2019 is ook discriminatie wegens genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken verboden
- In 2001 stelde Nederland als eerste land ter wereld het huwelijk open voor paren van gelijk geslacht
- Voorlichting over lhbti+ personen is sinds 2012 verplicht op elke school in Nederland
- Bijna 200 (ouderen-)zorginstellingen ontvingen een Roze Loper voor lhbti-vriendelijkheid
- Meer dan 1000 scholen hebben een Gender & Sexuality Alliance en 3000 scholen doen mee aan Paarse Vrijdag
- Lesbische- en homostellen mogen sinds 2009 een buitenlands kind adopteren
- Dankzij de wet Lesbisch ouderschap kunnen duomoeders sinds 2014 eenvoudig juridisch ouder worden zonder dat daar nog een ingewikkelde adoptieprocedure voor nodig is
- Dankzij de nieuwe Transgenderwet (2014) hoeven trans personen geen operaties meer te ondergaan om hun officiële geslachtsregistratie te kunnen wijzigen
- Gemeenten mogen sinds 2014 geen weigerambtenaren meer aannemen
- Religieuze scholen mogen sinds 2015 geen leerlingen en docenten meer weg sturen wegens hun seksuele voorkeur of genderidentiteit
- Ruim vijfhonderd COC-vrijwilligers geven jaarlijks duizenden voorlichtingslessen op school
- Het COC droeg bij aan een einde aan strafbaarheid in landen als Botswana, Bhutan en de Seychellen
- We steunen lhbti+ organisaties en activisten in meer dan 35 landen wereldwijd
- Er worden geen lhbti-asielzoekers meer teruggestuurd naar landen als Irak en Tsjetsjenië
- In 1971 werd het discriminerende strafwetsartikel 248-bis afgeschaft, dat aan homoseksueel contact een hogere minimumleeftijd verbond dan aan heteroseksueel contact.